Marconistraat 33, Barneveld
telefoon

Huis-aan-huiskrant heeft het grootste bereik

27 februari 2023
huis-aan-huiskrant heeft groter bereik dan regionale omroepen en dagbladen

De huis-aan-huiskrant heeft het grootste bereik. Dit blijkt uit het onderzoek ‘De staat van de lokale nieuws- en informatievoorziening 2022’, dat onlangs door het Commissariaat voor de Media (CvdM) werd uitgevoerd. Directie en hoofdredactie van BDUmedia reageren verheugd. Het is een bevestiging van wat ze zelf eigenlijk allang wisten.

De huis-aan-huiskranten laten bijvoorbeeld regionale publieke omroepen en de regionale dagbladen achter zich, concludeert het rapport dat onlangs in Den Haag aan staatssecretaris Uslu werd aangeboden. “We zijn erg blij met deze uitkomsten”, zegt Jeroen Cnossen, directeur-uitgever van BDUmedia. Het meer dan 150 jaar oude bedrijf uit Barneveld verspreidt wekelijks zo’n veertig gedrukte krantentitels onder zo’n 500.000 huishoudens in de regio Midden-Nederland. De nieuwswebsites van de uitgever bereiken maandelijks meer dan een miljoen bezoekers.

Jongeren en de huis-aan-huiskrant

Cnossen zegt vooral verrast te zijn door de bevinding van het CvdM dat huis-aan-huisbladen er als enige in slagen ook burgers die minder geïnteresseerd zijn in het gemeentenieuws én jongeren te bereiken. “We blijken voor alle nieuwsconsumenten de belangrijkste informatiebron over lokale zaken te zijn. Oók voor jongeren, waarvan iedereen denkt dat die groep heel lastig te bereiken is.”

Het onderzoek is uitgevoerd onder 10.343 respondenten ouder dan 16 jaar en is daarmee representatief voor heel Nederland. Cnossen noemt het zelfs baanbrekend: “Het is voor het eerst dat alle lokale informatiebronnen in één onderzoek zijn bekeken.” Uit het onderzoek komt naar voren dat huis-aan-huiskranten overall gezien worden als de belangrijkste lokale informatiebron. ‘Opmerkelijk is dat het (gratis) huis-aan-huisblad er beter in slaagt dan alle andere media om ook minder geïnteresseerden te bereiken’, laten de onderzoekers in een toelichting op hun bevindingen weten. ‘20 procent van de niet erg of helemaal niet geïnteresseerden wordt wekelijks toch door informatie uit het huis-aan-huisblad bereikt’.

Het feitelijke bereik van de huis-aan-huisbladen zal voor kranten als die van BDUmedia waarschijnlijk nog hoger uitvallen dan het onderzoek nu uitwijst, denkt hoofdredacteur Norbert Witjes. “Er zijn plekken in ons land – zoals delen van Limburg – waar helemaal geen huis-aan-huisbladen verschijnen. Die hebben in zo’n onderzoek dus een dempend effect op de landelijke gemiddelde cijfers.”

“Ook blijkt uit het onderzoek dat de positie van huis-aan-huisbladen in kleine en middelgrote gemeenten het stevigst is”, vult Cnossen aan. “Daar is de binding met de lezer nóg groter dan in grotere plaatsen.”

Ook maakt het onderzoek duidelijk dat lezen van papier nog steeds het meest populair is onder de gebruikers. ‘Ruim 90 procent van degenen die het huis-aan-huisblad als belangrijkste informatiebron kiest, wil deze op papier lezen’, aldus de onderzoekers.

Grote interesse in nieuws

Het onderzoek wijst onder meer uit dat Nederlanders in grote mate geïnteresseerd zijn in lokaal nieuws. Maar liefst 46 procent geeft aan ‘buitengewoon’ of ‘erg geïnteresseerd’ te zijn. Daar komt nog eens 43 procent bij dat zegt ‘enigszins geïnteresseerd’ te zijn.

Als mensen één informatiebron zouden moeten kiezen die men als de belangrijkste bron van lokaal nieuws beschouwt, dan wordt het huis-aan-huisblad het meest genoemd. “Hiermee zijn en blijven we niet alleen voor lezers maar ook voor adverteerders een aantrekkelijk medium”, concludeert Cnossen.

Uitdagingen

Toch blijven er ook nog uitdagingen over. Bijvoorbeeld op het gebied van ‘waardering’ scoren de huis-aan-huisbladen lager dan de regionale omroepen en de regionale dagbladen. “Dat kan inderdaad beter”, erkent hoofdredacteur Norbert Witjes. Hij wijst er nog eens op dat het hier wel gaat om gemiddelden.  “Als het om de inhoudelijke kwaliteit gaat zijn er grote verschillen tussen de huis-aan-huisbladen in den lande. Onze BDU-bladen verschijnen op basis van een journalistieke formule en worden gemaakt door journalisten die thuis zijn in hun omgeving. Dat is lang niet overal het vertrekpunt.”

Witjes onderstreept zijn stelling door te wijzen op het feit dat de journalistieke onafhankelijkheid van de bladen is geborgd in een zogeheten redactiestatuut. “Ik denk dat we een van de weinige uitgevers van huis-aan-huisbladen zijn die zoiets hebben.”

Tegelijk zijn er macro-economische ontwikkelingen die het verspreidingsmodel van de huis-aan-huisbladen onder druk zetten. Zoals het gebrek aan bezorgers. “Dat is een punt van grote zorg”, erkent Witjes. “En we doen er nog steeds alles aan om dat probleem aan te pakken. Maar gelukkig hoeft niemand zijn krant te missen; op onze sites is de gedrukte editie ook digitaal te lezen als e-paper. Bovendien wordt dagelijks het actuele nieuws op de website en via sociale media gepubliceerd.”

Papierschaarste speelt de branche al langer parten. “Steeds minder fabrieken maken nog krantenpapier”, legt Cnossen uit. ,,Dat leidt tot hogere prijzen.” De recent sterk gestegen prijzen voor energie komen daar nog eens bovenop. “Dat zijn wel grote bedreigingen voor dit verdienmodel van een huis-aan-huiskrant”, vindt de directeur-uitgever. “En dat zal er in sommige gevallen toe leiden dat we ons moeten afvragen of gratis verspreiding nog wel kan.”

Terug naar overzicht